Een amateurfilosoof zei ooit “Elk nadeel heb zijn voordeel”. Of in ieder geval iets in die trant. Zo ontwaar ik in alle relatie-ellende van de afgelopen tijd één voordeel. Mijn creativiteit stroomt als nooit te voren. Of althans, meer dan het in jaren, misschien wel decennia, gedaan heeft. Niet alleen weet ik met enige onregelmaat een blog uit mijn hoofd te persen, afgelopen week heb ik mijn gitaar gepakt en ben ik weer gaan schrijven. Een liedje. Miserie is een bron van inspiratie.
Ik heb niet de illusie, dat wat ik produceer de potentie heeft om een nummer 1 hit te worden, of zelfs om een nichepubliek van vrienden en semi-bekenden aan te spreken, maar het is heerlijk om uitdrukking te geven aan gevoelens, op een manier die daar beter bij aansluit dan stukjes proza in de wolken, zoals hetgeen je nu aan het lezen bent. Daar maakt mijn hoofd wel de aantekening bij, dat het arrogant is om te veronderstellen dat mensen de behoefte voelen om dit te lezen, zeker als ze vooraf niet geattendeerd zijn op de aanwezigheid van nieuwe aan het internet toevertrouwde zielenroerselen.
Waar ik wel tegenaan loop is, dat ik niet bepaald de capaciteiten heb om mijn muzikale schrijfsels uit te voeren. Met mijn gitaarvaardigheden kom ik nog wel een eindje, want ik kan nu eenmaal alleen schrijven binnen de beperkingen, die ik heb. En niet geheel toevallig zitten daar vaak akkoordenprogressies in, die zomaar onbewust geleend zijn uit werkjes van anderen die ik geregeld produceer met mijn zessnaar. Zo is het akkoordenschrema van het eerste dat ik recentelijk schreef zomaar hetzelfde als “So Lonely”. Wat overigens ook weer hetzelfde schema heeft als “No Woman No Cry”. Ik ben echt niet de enige die dat doet, al wil ik me allicht niet meten met een muzikale grootheid als Sting.
Ook de zanglijnen van wat ik schrijf zijn vaak binnen mijn eigen vocale bereik. De uitdaging voor mij is echter, om wanneer ik mijn schrijfsel probeer uit te voeren, de tonen te zingen, zoals ik die bedacht heb. Dat wil niet echt lukken. Naast dat ik het een verschrikking vind om mijn eigen stem terug te horen, heb ik helaas moeten vaststellen, nadat ik overmoedig mijzelf met de dictafoon van mijn iPhone opnam, dat toonvastheid ook binnen het beperkte bereik van mijn eigen melodieën niet realiseerbaar blijkt.
Blijft de vraag of dat het er toe doet. Want naast eventuele onwillige buren of kinderen is de kans niet groot dat een ander ooit gaat horen wat ik maak. Ja, soms krijgt een vriend de kans om de teksten die ik verzonnen heb te lezen. We wisselen al sinds onze studententijd onze teksten uit, dus dat voelt veilig. Niet dat we de afgelopen decennia veel gedeeld hebben, maar mijn laatste probeersel heeft hij wel gehad. Ook al ligt het recent geschrevene veel gevoeliger dan de onvolwassen frustraties van destijds, ik vond het fijn om het met iemand te kunnen delen.
Teksten schrijven is overigens ook nog een ding. Er is een tekst, waaraan ik al zo’n 25 jaar aan het schaven ben, losjes gebaseerd op wat een onbeantwoorde verliefdheid uit die tijd tegen me zei. Onbeantwoord door haar, niet door mij, overigens. De tekst van het eerste couplet ben ik tevreden over, de rest behoeft wat mij betreft nog steeds enige opleuking. En, het bevat geen refrein, maar iets van een brug, of zoals de Beatles dat noemden een “middle eight” heeft het nog steeds niet echt. Daar ligt zeker niet mijn kracht en dat wil binnen mijn vaardigheden wat zeggen.
Ook mijn meest recente tekst bevat wat elementen, waar ik trots op ben, maar echt af voelt het niet. Elke keer als ik het. ondanks alles, toch speel voor mezelf, loop ik tegen uitdagingen in het metrum aan, of voelt de tekst te voorspelbaar, is de beeldspraak toch net iets te belegen of juist vergezocht en moet het toch anders. En in de tussentijd is mijn hoofd, ondanks dat ik aan het schrijven ben over mijn eigen ellende, niet meer zo bezig met die ellende. En ook dat is een voordeel, voortvloeiend uit een nadeel.

Plaats een reactie